Yesterday I went bear hunting. With my camera, that is. The first bear is my bear in the basket, which I made of handspun singles. The basket is handspun as well and made after the instructions in a Spin Off article. Bear and basket are always on their own quilt block, in a technique I wanted to try out. It wasn't exactly my technique, so I made just this one block.
Dan was er Winnie the Pooh. Zoals ik al eerder schreef houd ik van alfabetten. Winnie borduurde ik in kruissteek. Het hele alfabet heb ik (nog) niet afgemaakt, omdat er wel heel veel kruisjes van een kleur in iedere letter voorkwamen. Misschien doe ik dat nog eens.
Then there was Winnie the Pooh. As I wrote before I like alphabets. I embroidred Winnie in cross stitch. I didn't do the whole alphabet, because there were so many stitches of one colour in each letter, that it was a little boring. Perhaps I'll do the remaining letters one day.
Mijn moeder had ook een zwak voor beren. Op een stoel in haar kamer zaten deze beren. Ik erfde ze. De oude beer was het beertje, waarmee ze als kind speelde en is nu bijna honderd jaar oud.
My mother also liked bears. On a chair in her room were always these bears. I inherited them. The old bear was the bear she played with as a child and is almost a hundred years old now.
En tenslotte een geweven beer, met zijn vriendjes kat en hond. Deze beer is geweven in een van mijn favoriete weeftechnieken: broché.
And last but not least a woven bear with his friends dog and cat. This bear was woven in one of my favorite weaving techniques: brocade.
Deze lapjes waren bedoeld voor een kleine quilt, maar ik heb er inmiddels zoveel weggegeven, dat het wel kaarten zullen worden. Ze zijn geweven met naaigaren, 20 dr/cm, de patrooninslag is geweven met een draadje DMC splijtgaren. Na het weven borduurde ik de stiksteekjes om en in het patroon met de hand en een draadje splijtgaren.
These little pieces were meant for a small quilt, but I gave away so many by now, that they will be made into cards. They were woven with sewing yarn, 50 epi, pattern weft was 1 ply of DMC embroidery cotton. After weaving I embroidered the stitches surrounding the pattern with one ply of embroidery cotton.
Broché was ooit een techniek, die veel gebruikt werd voor meubelstoffen. De patrooninslag liep dan over de hele breedte van het weefsel. Het geheel was veel grover dan wat ik hier laat zien.
Brocade was once often used for upholstery materials. The pattern weft went from selvedge to selvedge. The whole was much coarser than what I show here.
De techniek is heel eenvoudig: Op een rechte inrijg (1-2-3-4) wordt linnenbinding geweven. Na iedere volledige linnenbinding (=2 inslagen, nl. 1-3 en 2-4) volgt een patrooninslag. Hiervoor worden drie scheringdraden omhooggebracht. (2-3-4) Volgens een telpatroon (bijv. een kruissteekpatroon) worden vervolgens gekleurde draden (losse draden) ingelegd. (Bijv. drie groepjes rood, twee groen, vijf geel enz.) Het patroon wordt dus geweven met de onderkant boven! De achtergrond liet ik vrij van patrooninslagen, maar natuurlijk kan ook die opgevuld worden. Alle scheringdraden worden dan gelijk gebruikt, zodat geen spanningsverschillen optreden. Dat kan bij mijn methode wel voorkomen.
Na de patrooninslag volgden weer twee linneninslagen, dan een tweede, zelfde patrooninslag en weer twee linnenslagen. Hierna volgde een nieuwe patrooninslag, een volgend ruitje in het kruissteekpatroon dus. Een patrooneenheid bestaat dus uit vier scheringdraden, twee patrooninslagen en vier linnenbindinginslagen. Dit moet een vierkant vormen.
The technique is very simple: on a straight threading (1-2-3-4) plain weave is woven. After two shots of plain weave (1-3 followed by 2-4) a pattern weft follows. For this three warp ends are raised. (2-3-4) According to a pattern (e.g. a cross stitch pattern) coloured threads (loose threads) are laid in. (e.g. three groups red, two green, five yellow, etc.) The pattern is woven upside down! I didn't use pattern weft in the background, but of course that can be done. All ends will be used the same then, so that no difference in tension occurs. That may happen in my method.
After the pattern shot two plain weave shots follow. And then the same pattern shot is woven. After the next two plain weave shots a new pattern shot is woven. One unit of this technique has four warp ends, two pattern wefts and four plain weave wefts. All this should weave square.
Toen ik deze techniek voor het eerst gebruikte gebruikte ik geen omtreklijnen. Dat was vaak ook geen bezwaar. Maar vaak wilde ik toch wat details aanbrengen. Daarom borduurde ik de omtreklijntjes later om het motief heen met stiksteken.
When I first used this technique I didn´t use the surrounding lines. Often this didn´t matter. But many times I wanted to add some detail. Then I embroidered lines with backstitches.
Om dat te kunnen doen is het handig, om de schering in te rijgen met vier draden door een rietopening. Zo ontstaan openingen, die meestal ongewenst zijn, maar nu heel prettig aangeven waar geborduurd moet worden.
To be able to do that it is wise to thread the warp with four ends (of one unit) through one reed opening. In this way openings appear in the weaving, which are unwanted most of the time in other wefts, but show nicely here where the backstitches begin and end.
Deze techniek geeft volledige vrijheid om patronen te weven. Ieder ontwerp kan zo geweven worden: maak er een telpatroon van, zorg dat je minstens evenveel eenheden als ruitjes hebt (dus vier keer zoveel draden in de schering) en je kunt het weven. Het gaat vele malen sneller dan borduren!
This technique gives complete freedom to weave patterns. Every design can be woven like this: make a cross stitch pattern of it by putting squares over the design, take care to have as many units as there are squares in the design (so four times as many ends as squares) and you can weave it. It is much faster than embroidering!
1 opmerking:
Love the bear in the basket - wat 'n skat!
Een reactie posten